Nieuwe mossoort voor Nederland!


Riccardia palmata (handmoerasvorkje) een levermos van dood hout nieuw voor Nederland gevonden in april 2016. 

 

 

Arno van der Pluijm, Ronald Morsink & Rudi Zielman

 

 

Inleiding

Waarneming.nl is een populair internetplatform waarop in Nederland natuurwaarnemingen kunnen worden vastgelegd. Liefhebbers van de meest uiteenlopende dier- en plantgroepen, zoals bijvoorbeeld vogels, zoogdieren, kevers, libellen, (nacht-)vlinders, bloemen, paddenstoelen en ook mossen en korstmossen brengen hier hun verzamelde gegevens bijeen in één grote database, en creëren hiermee een landelijk overzicht.

Voor diverse soortgroepen bestaat ook een forum waarop door beginnende waarnemers determinatievragen kunnen worden gesteld aan deskundigen. Afhankelijk van de kwaliteit en gedetailleerdheid van de bijgevoegde foto’s, kan zo vaak de juiste naam bepaald worden. Via het forum mossen-en-korstmossen kwam zo in april 2017 een vondst (van de tweede auteur, RM) van Riccardia palmata (handmoerasvorkje) van het Roderveld bij Rossum in Twente aan het licht. Dit levermos was nog niet eerder in Nederland gevonden. Het voorkomen in Nederland van Riccardia palmata gold lange tijd als onzeker. In Abeleven (1893) wordt dit levermos opgegeven van “vermolmde boomstronken, Beekhuizen bij Arnhem, leg. van der Sande Lacoste, 1844”. De soort staat bijvoorbeeld ook afgebeeld in de Levermosatlas van Landwehr (1980), en is in Dirkse et al. (1989) nog opgenomen in de Nederlandse standaardlijst. Met de revisie van de Nederlandse levermossen (Gradstein & van Melick 1996) is echter gebleken dat al het 19de-eeuwse materiaal, bewaard onder de naam R. palmata gerekend moet worden tot R. latifrons (breed moerasvorkje, die overigens pas in 1875 apart van R. palmata s.s. werd onderscheiden), en dat de soort tot die tijd dus niet in Nederland voorkwam.

Na de eerste ontdekking bij Rossum hebben we alle eerder geplaatste foto’s van Riccardia latifrons op Waarneming.nl nagelopen. Dit leverde bij microscopische controle van smalslippige ‘verdachten’ nog een tweede waarneming op van R. palmata, van paleispark het Oude Loo bij Apeldoorn op de Veluwe. Dit materiaal was eerder in februari 2017 verzameld als Riccardia latifrons. Het betreft hier mannelijke planten van R. palmata, die van Twente zijn vrouwelijk.

 

 

Morfologie en herkenning Riccardia palmata

 

Boomstronken lijken wel ‘gestoffeerd’ wanneer ze massaal overgroeid zijn met de sierlijke, afstaande, donkergroene thalli van Riccardia palmata. De handvormig vertakte thalli (Fig. 1 en 2) zijn tot 5 (maximaal 10) mm lang, en de afzonderlijke, lijnvormige slippen zijn eindelings slechts 0,2-0,35 mm breed. Aan de topjes van de thalli bevinden zich in verse toestand kleine, opvallende broedkorrelhoopjes. Van de Nederlandse Riccardia’s heeft R. latifrons soms ook een handvormig vertakte groeiwijze, maar deze soort is meestal in alle delen forser. De thalli van R. latifrons zijn 5-15 mm lang, en de meer lobvormige eindvertakkingen zijn 0,5-1,2 mm breed. Ook zijn broedkorrels meestal schaars en pas na uitspoelen in een microscopisch preparaat te vinden. Een enkele keer echter kunnen thallustopjes van R. latifrons - vermoedelijk zijn dit droogtevormen - ook massaal broedkorrels dragen.

Een belangrijk microscopisch kenmerk van R. palmata is de aanwezigheid van grote olielichamen (meestal één, soms twee per cel) in de subepidermale cellen. In het materiaal uit Twente waren ze ook wel te vinden in de cellen van de epidermis, maar dit is volgens de literatuur niet altijd het geval. Bij R. latifrons ontbreken olielichamen geheel. Het is wel zaak dit kenmerk binnen enkele dagen aan vers materiaal te controleren, want bij drogen verdwijnen de olielichamen snel. Bij onderzoek aan herbariummateriaal bieden de afmetingen van de broedkorrels en de breedte en oriëntatie van de epidermiscellen houvast. De meestal tweecellige broedkorrels van R. palmata meten slechts ca. 25-35 x 20-25(-30) µm, die van R. latifrons wel 35-50 x (28-)30-35 µm. Daarnaast zijn de epidermiscellen van R. palmata ca. 20-30 µm breed en liggen parallel. Bij R. latifrons zijn ze wel 30-55 µm breed en liggen in de eindlobben vaak waaiervormig gerangschikt.

 

Riccardia palmata is een tweehuizige soort, maar schijnt in het buitenland toch regelmatig sporenkapsels te vormen. In Nederland zijn tot dusver slechts populaties van één geslacht, en geen kapsels aangetroffen. Riccardia latifrons is eenhuizig en vormt vaak kapsels.